Close reading

Prentenboek: De haan die niet meer kraaien kon.

Doel= Nadenken waarom de haan niet meer kraait. Wat is het gevoel van de haan?

Termen benoemen: Voorkant kaft, cover, afbeeldingen, tekeningen, illustraties

Naam: schrijver en illustrator en uitgever.

Titel: Waarom heet het boek zo.

Wie zijn de hoofdpersonen? Waaraan zie je dat?

Welke personen komen ook voor in het boek?

Sessie 1: Navertellen aan de hand van:

Begin , midden , einde. Plaatjes uit het boek op volgorde leggen.

Wie, wat, waar?

Sessie 2 Vragen stellen m.b.t. details en woordenschat, structuur

Sessie 3: bedoeling van de schrijver.(bedenk een ander einde) Verschillende meningen (opinies)

Begin:

Haan woont op de boerderij.

Haan kraait, hij is tevreden en krijgt aandacht van de boer.

Lisa ziet de haan elke dag en vindt de haan lief.

Haan is opeens verdrietig en kan niet meer kraaien.

Vraag: Hoe komt dit?

Midden:

Haan is in de woonwijk. De boer heeft de haan niet meer nodig.

Haan kraait en is weer vrolijk. Later weer verdrietig en kraait niet meer.

Vraag: Hoe komt het dat de haan niet meer kraait in de woonwijk?

Einde:

Haan loopt weg. Moeder en Lisa gaan zoeken.

Vraag: Hoe zou je de haan kunnen vinden?

De haan is gevonden en gaat terug naar de boer.

Hij kan weer kraaien is trots en tevreden.

-------------------------------------------------------------------------------------

Wie : hoofdpersonen: Haan, Boer Koos, Lisa en moeder

Overige personen, Ober, oppasser, kinderen, buren

Wat: Niet kunnen kraaien, wekker gaat kapot, weglopen

Waar: Boerderij en woonwijk

 

Vragen:

De haan loopt weg, waarom? Waar naar toe?

Hoe kun je de haan vinden? Volg het spoor van de veer.

Op welke plekken ziet Lisa een veer liggen?

Wat gebeurt en begin, midden en eind= samenvatten. ( kleine kring)

Welke ander personen spelen een rol?

Zou jij ook verdrietig zijn als niemand je wilt?

Kun je uitleggen waarom de buren klagen.

Hoe zie je dat Lisa en de haan vrienden zijn?

Hoe ging de haan mee naar de woonwijk?

Wat vind je van boer Koos?

Vind je dat de buren gelijk hebben?

Kun je een ander einde bedenken?

Vragen kunnen met kniemaatjes besproken worden.

 

Gevoelens: Hoe zie je dat Lisa en de haan verdrietig zijn?

Waarom mopperen de buren? Hoe voel je je dan?

 

Welke problemen kom je tegen? Kapotte wekker, melk gaat niet naar de fabriek, de haan is zoek.

De bedoeling van de schrijver, wat vindt de schrijver belangrijk?: Zuinig zijn, elkaar aandacht geven, vriendschap.

Werkelijkheid en fantasie lopen door elkaar.

Vensterruiten: kinderen tekenen bv de plekken waar de haan geweest is.

Woordenschat

Trots, tevreden, tam, onverschillig, klagen, mopperen, parmantig, ongelukkig, ober, restaurant.

Doe opdrachten: Verteltafel, tekst verkennen d.m.v kniemaatjes en vensterruiten, knutselen, woordweb maken.