Haakpatroon voor de muizen.

Haaknaald 3 of 3,5

Haakkatoen: hazelnoot bruin, grijs, blauw, rood

en zwart (voor oogjes als je een kruissteek gebruikt) Zwart garen voor de snorharen.

Vulling

Gebruikte steken: Magische cirkel, losse, halve vaste, vaste.

Start met de magische ring. (Vind je dit lastig dan kan je ook starten met 4 losse en sluiten met een halve vasten in de eerste losse tot een ring.)

Beginnen met rood of blauw en bij de 8e toer wisselen van kleur.

1e tr. 6 v. in de ring.
2e tr. 2v. in elke v. (12)
3e tr. 1v., 2v. in v. (18)
4e tr. 1v., 1v., 2v. in v. (24)
5e tr. 1v., 1v., 1v. 2v. in v. (30)
6e t/m 8e tr. v. haken (30)
9e tr. 1v., 1v., 1v. 2v. samenhaken (24)      ( Bij toer 8 Wisselen van kleur)
10e en 11e tr. en 12e v. haken (24)
Stop de vulling erin.
13e tr. v. haken (24)

14e tr 1v, 1v, 2v samenhaken(18)
15e 1v, 2v. samenhaken (12)
16e en 17e tr. v. haken (12)
18e tr. 2 v. samen haken (6)
19e tr. 2v. samen haken (3)

De draad afhechten, door de laatste 3 vasten halen en aan trekken.

Oortjes:  (kan ook met de magische cirkel, 6 vaste in de ring en 2 v in elke vaste)
Start met 4 l. + 1 keer l.
1e tr. 4 v
2e tr. 2x 2 v. samenhaken
3e tr. 2v. samenhaken
De draad afhechten.

Maak de oortjes vast aan het lichaampje van de muis. Dan de oogjes en het neusje. Als laatste maak je met restjes wol een staart.